Ik ben een taalneuroot, ik zeg het maar eerlijk. Elke punt of komma die verkeerd staat, valt me op.
Maar dat ik zo’n grote taalknobbel heb, betekent niet dat ik daar ook altijd maar wat mee moet doen. Toen ik nog als tekstschrijver werkte, merkte ik dat sommigen het lastig vonden om mij geschreven teksten te laten zien. “Niet met de rode pen er doorheen, hè?”, werd regelmatig half grappend, half zenuwachtig gezegd. Waarop mijn antwoord steevast was: “Geen zorgen, dat doe ik alleen als ik ervoor betaald word”.
Nou zijn er ook taalneuroten van de buitencategorie, de taalnazi’s. Die vinden het nodig om iedereen in hun omgeving op elk taalfoutje te wijzen. Die bij elke d/t-fout op social media direct – liefst in de openbare comments – moeten laten zien dat zij het beter weten.
Ik merk steeds vaker bij mijn klanten dat het risico op reacties van taalnazi’s ze ervan weerhoudt om zich op social media te laten zien. Ondernemers die misschien geen tien voor taal hadden, maar wel heel goed zijn in hun vak, durven dat eigenlijk niet te laten zien, omdat ze ooit van zo’n taalnazi gehoord hebben dat ze onprofessioneel overkomen door een taalfoutje. Want dat is nog zo’n kenmerk van een taalnazi. Die zal niet even subtiel in een privébericht zetten: “Hey psst, let op, er staat een klein foutje in je tekst”. Nee, er wordt gelijk met termen als amateuristisch en knullig gesmeten. Alsof taalkundigheid dé graadmeter voor jouw expertise is.
Lieve taalnazi, wat wil je hiermee bereiken? Denk je dat het helpt om iemand af te fakkelen als die niet zo goed in taal is als jij? En als tekstschrijver je beroep is, denk je dat iemand graag met je wil samenwerken als je ze eerst een rotgevoel over zichzelf hebt gegeven? Je doet hier hooguit je concurrent een plezier mee, want jou gaan ze echt niet meer inhuren.
Maar laten we niet vergeten dat taalnazi’s ook maar mensen zijn en ook weleens een foutje maken. En als dat gebeurt, is er natuurlijk niets leuker dan hem op zijn eigen taalfout te wijzen 😉.